Waar komt dat blij ei vandaan?
Hoe vormt zich eigenlijk de aard van een kind? Wat daarvan is nature en wat is nurture? Wat is er pas later aangeplakt? En wat daarvan is eigenlijk (nog) voedend?
Vanaf het moment dat er, na de bevruchting, een zygote wordt gevormd, staan de eigen voorkeuren en gevoeligheden van een mensenkind in wording vast. Er is dan een programma dat niet meer zal veranderen. Op dat moment is er immers definitief een nieuwe combinatie gecreëerd met gebruikmaking van het genetisch materiaal van de biologische moeder en het genetisch materiaal van de biologische vader. Zo heeft zich een uniek programma gevormd van waaruit dat kind zal groeien, ontwikkelen en zichzelf zal herstellen.
De oorspronkelijke voorkeuren en gevoeligheden zijn nogal bepalend voor de unieke wijze waarop een kind zich innerlijk en uiterlijk vormt, gedraagt en uit. Dit verklaart waarom elk kind een geheel unieke vingerafdruk heeft. Dit verklaart ook waarom de inhoud, dus het ‘waar, wat, met wie, hoe en waarom’ van elk kind anders zal zijn. Waarom elk kind een geheel eigen aard heeft. Dit is wat wij in de volksmond aangeboren of ‘nature’ noemen. De natuur van het kind.
Met de eigen aard (zoals ik die definieer als oorspronkelijke voorkeuren en gevoeligheden) heeft een kind het gewoon te doen. Dat is geluk, pech, dat is dit kind toegevallen of gegund, dat is zo voorzien of dat is volstrekte willekeur. Hoe je het ook noemt of ziet: de eigen aard, zoals deze bij de creatie van de zygote is ontstaan, staat vast en zal niet meer veranderen. Die aard is van nature onveranderlijk.
Natuurlijk is niet alleen de eigen aard van een kind bepalend. Ook anderen hebben invloed op hoe een kind zich innerlijk en uiterlijk vormt, gedraagt en uit. Zelfs als een kind-in-wording nog rustig in de baarmoeder ronddobbert, kan de buitenwereld al invloed uitoefenen op de wijze waarop een kind zich vormt, gedraagt en uiting geeft aan zichzelf.
Dat zit zo: Ieder mens, hoe ieniemienie of hoe stokoud ie ook is, is in staat tot informatie uitwisseling. Dat is de wijze waarop wij mensen ons met elkaar verbinden. Wij wisselen informatie uit. Dat kan energetische informatie zijn (emoties en gevoelens), mentale informatie (meningen) of fysieke informatie (rechtstreeks via lichaamsstoffen). En die informatie uitwisseling begint al in de baarmoeder. De hoeveelheid informatie die aan een kind wordt ‘opgedrongen’, vermeerdert zienderogen naarmate een kind vaker wordt blootgesteld aan een steeds groter wordende buitenwereld. Al die informatie kan voedende of niet-voedende invloed uitoefenen. Dat is wat wij in de volksmond opvoeding of ‘nurture’ noemen.
Zodra een kind met een ander informatie uitwisselt, heeft dit kind met diegene een relatie. De wijze waarop zij informatie uitwisselen, kleurt de relatie. Die relatie kan de unieke aard van het kind gidsen, steunen, stimuleren en uitdagen. Dan is de relatie voedend. Of die kan dat juist allemaal niet doen. In dat laatste geval is de relatie niet-voedend.
De aard van het kind staat weliswaar vast, maar vanuit die invloed van anderen kunnen nadien bij het kind toch nog andere voorkeuren en gevoeligheden gaan ontstaan. Dat noem ik de aangeplakte voorkeuren en gevoeligheden. Maar hoewel die aangeplakte voorkeuren en gevoeligheden soms erg hardnekkig kunnen plakken, staan deze – anders dan wanneer ze de eigen aard betreffen – niet per definitie vast. Van die aangeplakte voorkeuren en gevoeligheden kan elk mens(enkind) zich bevrijden of losmaken, wanneer ze niet (langer) helpend blijken. Zodat een blij ei ook blij blijft!
Vermoed jij dat jouw kind hulp nodig heeft bij het bevrijden of losmaken van aangeplakte overbodigheden? Bel of mail mij gerust voor een vrijblijvend gesprek.